Padelregels

Het speelveld

De padelbaan is 10 meter breed en 20 meter lang. Het speelveld is omgeven door wanden die grotendeels zijn gemaakt van glas, maar aan de zijkanten - ter hoogte van het net - bestaan uit gaas/hekwerk. Het veld wordt in het midden verdeeld door een net. Bij het net zijn aan weerszijden twee openingen voor het betreden en verlaten van het veld. Op beide helften van de baan zijn er twee symmetrische servicevakken (die worden gescheiden door een middenlijn) én een servicelijn.

De opslag/service

Zodra de loting heeft plaatsgevonden en het duidelijk is welk team mag gaan beginnen met opslaan, mag het team met de opslag beslissen wie van hen als eerste gaat serveren in de eerste game. De betreffende speler serveert totdat de game voorbij is, waarna de service naar het andere team gaat en zij ook mogen kiezen wie er namens hen als eerste gaat serveren. Vervolgens wisselen de teams en spelers elkaar af totdat de set is afgelopen.

De opslag wordt altijd onder heuphoogte geslagen, een opslag boven heuphoogte is ongeldig en telt als een foutieve opslag. De eerste service wordt vanachter het rechter servicevak in het rechter servicevak van de tegenstander geslagen. Vervolgens wordt er naar links gewisseld, en vice versa. De bal moet één keer op de grond stuiteren voordat hij wordt geraakt. Als de bal diagonaal over het net en in het servicevak van de tegenstander heeft gestuiterd, mag hij verder met behulp van de wanden worden gespeeld. Wanneer de bal na de opslag in het net terechtkomt is de bal uit. Als je de eerste service mist, heb je nog een poging. Als die service ook misgaat, verliest het serverende team het punt.

De bal mag nooit meer dan één keer stuiteren aan de eigen kant. Degene die de bal serveert mag de bal spelen voor- of nadat de bal de muur heeft geraakt. De bal mag niet worden gespeeld voordat hij in het servicevak gestuiterd heeft. Nadat de service is geretourneerd, mag je de bal overal op de speelhelft van de tegenstander spelen, zolang de bal maar eerst op de grond stuitert.

De service wordt opnieuw gespeeld als deze de rand van het net raakt en eenmaal stuitert in het servicevak van de tegenstander, zonder dat hij na de slag in het gaas/hekwerk verdwijnt. Een service die het net raakt, één keer stuitert in het servicevak van de tegenstander en vervolgens in het gaas/hekwerk gaat, is fout. Als de service meer dan één keer stuitert in het servicevak ​​en vervolgens in het gaas/hekwerk terechtkomt, wordt de service opnieuw gespeeld.

Het spel

Nadat de service is teruggespeeld, kun je ervoor kiezen om de bal met een volley te spelen of te wachten totdat deze eerst heeft gestuiterd op de grond. Je mag de bal maar één keer aanraken, alvorens het de beurt is aan de tegenstander. Je slag moet in de speelhelft van de tegenstander stuiteren voordat hij het glas of het gaas/hekwerk raakt. Je kunt de bal ook via het net naar je tegenstanders spelen. Als je de bal aan je eigen kant in het net slaat, is de bal uit.

Hoe punten te verzamelen:
1. De bal stuitert twee keer op de helft van de tegenstander.
2. De bal wordt geraakt door één van de tegenstanders (niet door het racket van de speler).
3. De tegenstanders slaan de bal buiten de baan (d.w.z. in het gaas/hekwerk, tegen het glas of buiten de baan zonder eerst de grond te raken).
4. De tegenstanders slaan de bal in het net.
5. Een dubbelslag van de tegenstander (de bal wordt twee keer geraakt met het racket).
6. De tegenstanders komen in contact met het net of de netpaal.
7. De tegenstanders slaan de bal in de richting van hun eigen team.
8. De tegenstanders slaan de bal tegen het plafond of een ander object dat niet tot het speelveld behoort (dak/dakspanten, lampen)
9. Jouw team slaat de bal op een bal die aan de kant van de tegenstander ligt (let op voor de ballen die op jouw helft terecht zijn gekomen).

De puntentelling

De punten worden op dezelfde manier bijgehouden als bij tennis. Dat betekent dat je punten verzamelt, speelt en dan stopt. Om een ​​game te winnen moet je minimaal 4 punten behalen. Na de eerste bal wordt 15:0 geteld als het serverende team wint. Als het serverende team alle punten in een game wint, tel je 15:0, 30:0, 40:0 en na het vierde gewonnen punt is de game afgelopen. Als de score 40-40 is, moet elk team 2 punten op rij winnen om het spel te winnen.

Om een set te winnen moeten er minimaal 6 games worden gewonnen. Als de score 5:5 is, gaat het spel door totdat één van de twee teams 7:5 gewonnen heeft. Bij een gelijkspel van 6-6 wordt er een tiebreak gespeeld tot 7 punten, waarbij elke gewonnen bal 1 punt waard is.

Padel wordt doorgaans gespeeld als zijnde beste uit drie sets. Met andere woorden: het team dat twee opeenvolgende sets wint, wint de wedstrijd. Als de stand 1-1 is, wordt er een beslissende set gespeeld, waarbij de winnaar hiervan tevens de wedstrijd wint.

Een set is te vergelijken met een doelpunt in het voetbal. Als iemand vraagt ​​wat het resultaat van een padelwedstrijd was, is het antwoord hoeveel sets elk team heeft gewonnen, bijvoorbeeld 2-1.